Hallo, welkom op mijn weblog! Hier laat ik zien waar ik mee bezig ben. Laat het je inspireren!










woensdag 23 november 2016

Mijn moeder



was altijd een heel creatief mens. Ze kon maken wat ze wilde. Verzon de leukste dingen of maakte dingen na waar ze haar eigen draai aan gaf.  Met haar oude Pfaff kon ze wonderen verrichten.
Of met die poken van breipennen.

Tot op late leeftijd waren haar handen altijd bezig.
Tot het echt niet meer ging. 

De Alzheimer in combinatie met Parkinson en het bijna blind zijn, maakten dat ze haar handen niet meer kon gebruiken zoals ze wilde. Met als gevolg deze de laatste jaren typische foto van mijn moeders handen in een door haar gebreid vest van restjes garen, Die handen die bijna niets meer konden, het alleen nog maar koud hadden en pijn deden.


Na een val van de trap en nog een week pijnbestrijding is mijn moeder overleden. 
En nu zit ik thuis met wat van mijn moeders spulletjes en met mijn moeders vest aan.


Ik ben blij met het naaiblikje dat ik van mijn moeder kreeg toen ik haar mijn eigen naaiblikje liet zien. Want ik ging altijd naast haar zitten handwerken als ik er was. Dan vertelde ik haar mijn handwerkplannen en vroeg haar dan wat zij ervan vond.

Het blikje daar heeft vroeger boenwas in gezeten. Helemaal schoongemaakt en de bovenkant is afgekrabt. Het deksel is met een hamer wat boller gemaakt, zodat er meer in past.
Er in een speldenkussentje gemaakt van een stukje deken.
Een hartje van een restje stof om ergens op een vlek te naaien.
Platgeslagen vingerhoeden die om haar reumatische vingers pasten.
Een heel klein en super bot schaartje, veiligheidsspelden en hele grote naalden.
Mijn moeder was toen al bijna blind.

De rode knopen heb ik voor haar hier in de kringloop gevonden. Dat was het laatste dat ze zelf nog heeft gedaan, deze knopen aanzetten op haar rode gebreide vest.

Dit blikje is hoe mijn moeder was. Zo typisch. Zuinig en heel creatief.


Nu heb ik weer wat dingen terug die ik ooit voor haar gemaakt heb. Het popje dat tot het laatst toe bij haar in bed lag. De rolstoeltas en -deken waar ze zo trots op was. 

Ik ben blij voor haar dat ze niet meer hoeft te lijden. Blij dat ze van die ellendige Alzheimer af is, waardoor ze soms niet wist of ik haar dochter, haar zus of iemand van de verzorging was.
Blij dat ze niet meer zo bang hoeft te zijn voor alle spoken die ze dacht te zien.
Ik ben blij dat ze niet meer steeds hoeft te vallen. 
En ik ben blij dat ze niet meer zo verschrikkelijk eenzaam hoeft te zijn.

En toch ben ik verdrietig.